Als je ons al wat langer volgt dan weet je inmiddels wel dat ik verre van muzikaal ben. Ik ben amuzikaal. In een heel ver verleden heb ik wel eens een poging gedaan tot blokfluitles en gitaarles, maar heel ver kwam ik hiermee helaas niet. Op de middelbare school had ik ook niet voor niets het laagste cijfer voor muziek. Hoe erg ik mijn best ook deed, het lukte me niet. Ook best frustrerend, want als ik iets graag goed wilde kunnen, dan was dat wel gitaar spelen en erbij zingen. Beiden kon en kan ik niet.

Gelukkig zijn er met mij nog heel veel mensen niet muzikaal. Speciaal voor mijn lotgenoten heb ik daarom een blog bedacht met 10 zaken, waar ik als amuzikaal persoon last van heb of niet kan.

1. Verkeerde melodie
Ooit, in een ver verleden mocht ik de hoofdrol spelen in een musical op de middelbare school. Dit betekende echter dat ik ook een liedje in mijn eentje moest zingen. Hoe vaak ik ook oefende, ik bleef de verkeerde melodie zingen. Het lukte me gewoon niet. Zo idioot en frustrerend. Het was zo erg dat er uiteindelijk iemand uit de klas werd gekozen om dan maar met me mee te zingen, want alleen had niemand er vertrouwen in. Ook in de jaren erna liep ik regelmatig aan tegen het niet kunnen zingen van de juiste melodie. Ik ging altijd ergens de mist in. Zo sukkelig. Ik leg de klemtoon verkeerd of houd een toon veel te lang aan. Ik kan het gewoon niet…

amuzikaal

2. Te vroeg, te laat
Ik vind het heerlijk om lekker hard met liedjes mee te zingen. Samen met iemand anders of gewoon alleen in de auto. Waar ik dan altijd een beetje moeite mee heb, zeker als er iemand bij is, is wanneer ik inzet. Wanneer start het zingen. Ik zit er nagenoeg altijd naast! Ik start te vroeg of te laat. Meezingen met muziek als er niemand zingt kan ik al helemaal niet. Regelmatig moest Joyce in het verleden voor mij bekende liedjes op haar gitaar spelen zodat ik mee kon zingen. Ik wist dan alleen nooit wanneer ik in moest vallen. Joyce speelde en ik vroeg: Nu? nu? nu? Joyce: NU! Ik: Oh, shit, te laat.

3. Dat is geen gitaar…
Ik hou van muziek en kan best enthousiast worden wanneer ik bij een nummer een tof stuk hoor gespeeld door een bepaald instrument. Wat ik dan echter nooit echt goed hoor, is het type instrument. Zo kan ik enthousiast aan Joyce vragen of ze dat stuk ook kan spelen op haar gitaar, terwijl het hele nummer wordt gespeeld door een piano.

4. Is dit Justin Bieber?
Ik houd van muziek, maar ben niet goed in het volgen van de Top 40 en alle bekende namen en de namen van liedjes. Vroeger wist ik dit al niet en vandaag de dag nog steeds niet. Zo kan ik soms hele domme vragen stellen. Laatst vroeg ik nog bij een nummer van Lady Gaga of dat Justin Bieber was. Ik hoor het gewoonweg niet. Misschien heeft dit ook iets te maken met mijn slecht in namen en gezichten zijn.

5. Ken je dit liedje?
Soms heb ik een mooi liedje in mijn hoofd en wil ik dat graag delen met Joyce. Ik ben dat benieuwd of zij het nummer ook kent en mooi vindt en of ze weet van wie het is. Enthousiast probeer ik dan het nummer te zingen. Je ziet Joyce dan fronzen en geen idee hebben van het nummer dat ik zing. In de meeste gevallen komt dit niet door Joyce haar muziekkennis, maar doordat ik het nummer totaal onherkenbaar heb gezongen. “Oooooh, bedoel je dat nummer, ja, maar dat gaat heel anders!”

amuzikaal

6. Zing alsjeblieft niet mee
In mijn oren klinkt hetgeen ik zing best mooi. Soms heb ik zelfs het idee dat als ik meezing, mij stem mooi als tweede stem zou kunnen dienen of lijkt op de stem van de bekende zangeres. In iemands anders oren is dit helaas niet het geval. Dit zorgt ervoor dat ik nogal eens een nummer verpest. Joyce is dan ook nooit zo blij als ik op één van haar favoriete nummers heel hard mee ga zingen.

7. Karaoke, just no.
I LOVE KARAOKE! Ik kan me dan echt een ster, een echte zangeres voelen. Probleem: ik kan het niet. Ik weet namelijk niet wanneer ik moet beginnen met zingen en hoe snel ik moet zingen. Ik zie op het beeldscherm wel waar de tekst loopt, maar ik ga dan toch nog altijd te snel of te langzaam. Ook zing ik of te hoog of te laag. Ik zet nooit met de juiste toonsoort in, simpelweg omdat ik niet hoor welke toonsoort er wordt gespeeld en welke daarbij past.

8. Dat zingt ze helemaal niet
Misschien heeft dit niet direct te maken met wel of niet muzikaal zijn, maar ik vond het er zelf wel goed bij passen. “Dis is de taum of my love”, zo noemde ik vroeger als kind het nummer “This is the time of my life”. Het is, inmiddels jaren later, niet heel veel beter geworden. Ik versta vaak niet goed wat er gezongen wordt en maak er dan mijn eigen tekst van. Zo wist ik zeker dat bij Ronnie Flex “Als je een beetje wil chillen” gezongen werd. Ik kwam er pas later achter dat er wel gezongen “Als je bitch wil chillen”. Anyway, ik wil nogal een een totaal andere tekst zingen dat de werkelijke songtekst waarop Joyce me dan verbetert met “Dat zingen ze helemaal niet!” In de meeste gevallen roep ik dan eigenwijs: Echt wel!

amuzikaal

9. Het liedje is al afgelopen
Wat ik verder nooit zo goed door heb is wanneer een liedje eindigt. Ik kan dan heel enthousiast staan te dansen terwijl het nummer, voor mijn gevoel totaal onverwacht, stopt en ik heel sukkelig quasi nonchalant stop met dansen. Ook met zingen kan ik dan zelf nog enthousiast aan het blèèèren zijn, terwijl het nummer al op z’n einde loopt.

10. Altijd het laagste cijfer
Bij muziek op de middelbare school had ik altijd het laagste cijfer. We kregen daar toetsen waarbij je noten moest lezen én noten moest herkennen terwijl de docent er eentje aansloeg op de piano. Dat laatste is voor mij nog steeds abacadabra. Ik snap niet hoe mensen kunnen horen dat er een B of C wordt aangeslagen. Soms sprak ik daarom maar af om naast iemand te gaan zitten bij wie ik alles mocht afkijken. Ooit moesten we ook het nummer “Het is een nacht” zingen van Guus Meeuwis. Ik deed er zo mijn best op en had het idee het super goed te zingen. Iedereen uit mijn groepje kreeg een 8 of hoger. Ik kreeg een 6. Ik snapte er niks van. Nog niet trouwens, haha.

Ben jij net zo amuzikaal als ik?