‘Ik doe alles fout’ ..fluistert mijn moeder zachtjes tegen me door de telefoon. Hoewel ze in haar toestand eigenlijk niet eens meer iets fout kan doen, herhaalt ze de woorden iedere keer als ik haar spreek. ‘Ik heb vandaag weer zoveel fout gedaan!’ Ik leg haar uit dat niets wat ze doet haar aan te rekenen is. En toch doet ze iedere dag zo haar best om alles perfect te doen. Wel dertig keer probeert ze te bellen. Te lezen. Te begrijpen. Te bereiken. Haar leven op te pakken dat er niet meer is. Op zoek naar perfectie in een imperfect bestaan. Eindeloos en loos. Het raakt me dat ze zelfs nu nog zo hard voor zichzelf is. Ik gun haar zoveel meer zachtheid. Het raakt me ook, omdat ik mijzelf er volop in herken.

Een sociale sukkel. Dat is hoe ik mijzelf deze week nog noemde. Mislukking. #Failure. Minderwaardig mens. Over mijn praktische en verstandelijke capaciteiten heb ik wonderlijk weinig twijfels. Mijn leven is een eenmanszaak. Dat moet te doen zijn. Een eenmanszaak ergens bovenin een boom met de meest vruchtbare ideeën. Er zou van alles kunnen groeien als het voet aan de grond zou krijgen. Mijn eenmanszaak heeft zichzelf als klimop langzaam bovenin die boom gewerkt. Veilig verborgen van ieder ander contact. Laat mij maar. Praat maar niet tegen me. Ik doe het wel alleen, al snak ik naar het samenzijn. Ik kan het niet. Paniek. Angst. Onzekerheid. Altijd bang niet goed genoeg te zijn. Het fout te doen.

Ik doe alles fout | Verstand op nul

‘Saai. Saai. Je zal me wel saai vinden.’ …zegt mijn moeder tegen me, terwijl ik naast haar zit met een lauwe kop koffie. We hebben elkaar weinig te vertellen. Het is niet haar schuld. Zij maakt niets mee. Ik heb haar de dag ervoor nog gesproken. Ze zoekt als een razende manieren om het gezellig te maken. Benoemt tegelijkertijd tig dingen die lelijk en stom zijn in de ruimte waar we zitten. ‘En wat is dat eigenlijk voor rare man die daar loopt? Ziet er niet uit.’ Het oordelen over organisaties, mensen en uiterlijk heb ik vroeger nooit zo begrepen. Ik deed het zelf onbewust ook. Nu pas snap ik dat dit voorkomt uit een diepgeworteld gevoel van minderwaardigheid.

‘Zeikwijf, …geniet nog van je verlof Scarlet, de echte wereld kan nog best ff zonder jou!’

…staat er schertsend onder onze meest recente YouTube video. Online laten mensen aan de lopende band zien hoe onzeker ze over zichzelf zijn. Hoe negatiever het oordeel, hoe negatiever iemands leven. Ik weet het en toch kwetst het me. Het raakt iets aan, waar ik diep vanbinnen bang voor ben. Dat de echte wereld te écht is voor mij. Te eng. Dat ik simpelweg te zwak ben om het echte leven te leven. Vechten, vluchten of vermijden.

Mijn moeder vocht en vluchtte. Ik zou willen dat ze nu vrij was van al die vermoeidheid. Ze vocht met zichzelf, alles én met iedereen. Niet met opzet, vanuit een drang naar controle. Een vlucht voor angst. Alles moest op haar manier. Nu kon ze niet meer vluchten. Vechten wilde ze. Wij vochten mee. Hard voor jezelf zijn. Beter je best doen. Zet nou door! Ik heb geleerd nooit op te geven. Ik kwam er ver mee. Mee weg. Cum Laude. Met lof, maar te bang om de lof te eten. Het zette me stil. De zelfkritiek.

Ik doe alles fout | Verstand op nul

Je komt niet ver vooruit als je iedere centimeter die je aflegt zeikt tegen jezelf. Als je alles wat je probeert en nog niet kunt ziet als zwakte. Iedere meter die mijn moeder rollend maakte frustreerde. Ze wilde al aan het einde van de wereld zijn, terwijl het einde van de gang nog niet eens naderde. Sukkel. Mislukking. De zelfkritiek zette haar letterlijk en figuurlijk stil.

Het verstomde mijn wereld. Bij de woorden die ik wissel vallen druppels op de grond. Angstzweet. Zeg maar niets. Ik zie je blik, interpreteer je gedachtes. Het zal wel negatief zijn. Leuk doen is zo vermoeiend. Overtuigen dat je goed genoeg bent is uitputtend. Voor jou ben ik die jij wilt zien. Of liever mijzelf misschien. In wiens werkelijkheid moet ik wat waard zijn? Mijn werkelijkheid. Laat dat nou net degene zijn die het meest moeilijk te overtuigen is. Dat kan je niet alleen, maar een eenmanszaak heeft geen medewerkers. Wie niet weg is, wordt gezien.