‘Kan ik nog iets voor je doen? …anders ga ik even verder.’ zegt de verpleegster tegen mijn moeder, nadat ik haar bij de tafel in de woonkamer heb gezet. Ze wil enkel dat die kat van haar schoot wordt gehaald. Gisteren vond ze hem nog geweldig, vandaag is er niks meer aan. Hunter is er gisteren in het restaurant ook wel 20 keer overheen gerold. Vandaag keek hij er niet meer naar om. De verpleegster neemt in de hoek van de woonkamer plaats achter de computer. Ik kijk nog één keer achterom. ‘Dag mam,… vrijdag kom je bij ons’.  

De eerste keren legde ik een tijdschrift voor haar neer op de tafel. Niet voor haar, voor mijzelf. Voor mijn eigen gemoedsrust. Al sloot ik daar toen mijn ogen nog liever even voor. Hoe kan ik anders iemand achterlaten in een woonkamer waar al het leven al vergaan lijkt? Waar mensen je aankijken, zonder enige gezichtsuitdrukking. Een woonkamer zonder stemgeluid. Hoe kan ik anders iemand achterlaten die met niemand kan praten, geen televisie meer kijkt, geen bezigheden meer heeft… zelfs niet meer leest.

Gisteravond kwam ik, mijn gevoelens weg scrollend, op mijn Instagram langs een foto van drie jaar geleden. Augustus 2016. Samen met mijn moeder sta ik in de paarse heide op de Veluwe. Ik houd mijn arm om haar heen, ondanks dat onze band niet perfect was. We lachen in de camera. Ik zie twee totaal andere mensen. Mijn moeder heeft de grootste verandering doorgemaakt. Maar ook mijn transformatie valt niet te ontkennen. ‘Een gezonde Hollandse meid’… zou je me daar kunnen noemen. Krachtig, zacht en open. Zagen we toen onvoldoende dat het leven best goed was voor ons?


Kan ik nog iets voor je doen? | Verstand op Nul

‘De Stuurhut’ staat er op een groot houten bord dat buiten hangt voor de twee deuren waar de verpleging zich achter bevindt. Op drie tijdstippen van de dag is er overleg. Dan mag je niet storen. Er is geen sprake van dat tijdstip, maar de deuren zijn wel dicht. Ik voel me ongemakkelijk als ik aanklop. Dit keer heb ik Hunter niet bij me.

Hij zorgt voor de nodige verzachting. Mét baby erbij doen mensen vaak ineens heel anders tegen je. Ik open twijfelachtig de deur en wordt verbaasd aangekeken. De dame die links aan tafel zit vraagt wat ik wil. Ik had die dag graag even willen weten wat er met mijn moeder aan de hand was, aangezien ik de weken ervoor een flinke achteruitgang had waargenomen. Verstomd sloot ik de deur weer. Over tien minuten was er tijd voor me.

Klasgenootjes en collega’s hadden wel eens een blaasontsteking. Het klonk wat aanstellerig in mijn hoofd. Beetje pijn bij het plassen, niet zeiken… of nou ja, niet te veel. Tanden op elkaar en doorgaan. Toen was ik nog niet op de hoogte van het feit dat een blaasontsteking bij oudere, kwetsbare mensen voor heel andere problemen kon zorgen. Toen het woord ‘delier’ voor het eerst viel, dacht ik dat het om een soort alcoholvergiftiging ging. 

“Een delier is een voorbijgaande toestand van acute verwardheid. Bij ouderen is een delier meestal het gevolg van een lichamelijke ziekte of het gebruik van geneesmiddelen. Symptomen zijn angst, onrust, veranderd gedrag, wisselend bewustzijn, moeite met concentratie en aandacht en hallucinaties. Familieleden geven vaak aan dat de persoon plotseling veranderd is. De symptomen van een delier kunnen erg lijken op die van dementie.”

‘Ik denk dat mijn moeder opnieuw een blaasontsteking heeft’. De vrouw uit de stuurhut kijkt me lachend aan. In slecht Nederlands legt ze me uit dat ze dit dan echt wel gemerkt had en dat mijn moeders toestand puur het gevolg was van de CVA. ~ Cerebro Vasculair Accident ~ Ook deze afkorting leerde ik pas dit jaar kennen. Ik ben vrij gevoelig voor andermans emoties en bond direct in door de irritatie die ik waarnam. Ik moest dit duidelijk via een andere weg regelen. Eenmaal thuis regelde ik een bel afspraak met de waarnemend arts. Een week later werd de antibioticakuur gestart.

Ruim een uur wandelden we over de heide. Toen we terugliepen hoorden we achter ons vier harde fietsbel geluiden. Twee dames op de fiets wilden erlangs. Mijn moeder reageert geïrriteerd. ‘Nou nou, doe eens rustig! Ze had helemaal gelijk, maar stiekem ken ik niemand die zo ongeduldig is als zij. We konden vroeger zo 4 keer van rij wisselen bij de kassa van de supermarkt.

Nu ís er geen tijd meer. Tegelijkertijd is er alle tijd. Haar dag bestaat niet meer uit uren, maar uit wachten. Wachten op ons. Wachten op verpleging. Wachten op het moment dat ze weer naar bed gaat. De wijzers van de klok wegkijken, terwijl ze de uren niet meer snapt.

Kan ik nog iets voor je doen? | Verstand op Nul

Bij een depressie kunnen minuten aanvoelen als uren. Dan kan iedere dag een overleving zijn en een wachten op bedtijd. Rond mijn 23ste keek ik uren achtereen televisie. Wandelde ik rondjes door de stad of ging overdag stiekem even in bed liggen. Dat was mogelijk. Nu is niets meer mogelijk. 

Er wordt getoeterd. Er staan twee auto’s achter de regiotaxi die deze vrijdag ruim 45 minuten te laat is. Ik stel mijn moeder gerust, alvorens ik de taxi verlaat. Ik kijk niet op, of om naar de toeterende auto die nog geen 2 minuten heeft moeten wachten.

Als mijn telefoon een dag later gaat, terwijl ik met hond en Hunter bij de kassa van het Kruidvat sta, neem ik schaamtevol op. De verpleegster was zo lief om even te helpen met bellen. Mijn moeder vraagt me waar ik blijf, ze zit immers als een uur op me te wachten. Ze zou vandaag toch naar mij toe komen?


Update: Ik ben ervan overtuigd dat de zorg in Nederland een stuk persoonlijker en warmer moet worden en dat dit bij kan dragen aan herstel of vooruitgang. Vrijdag 1 november hebben we mijn moeder verhuisd naar een nieuw woonplekje.