Toen ik met fotograferen begon, maakte ik voornamelijk zelfportretten. Dit deed ik om mijn eigen emoties, die ik moeilijk vond om te delen en te uiten, vast te leggen in beeld. Aan het begin van 2017 startte ik met mijn fotoproject ‘Inner Journey’. Het project vertelt het verhaal van een persoon die worstelt met genderdysforie, een eetstoornis, een depressie en op zoek is naar zichzelf.

De veranderingen die mijn lichaam doormaakte op twaalfjarige leeftijd brachten me in verwarring. Ik wilde niet dat de knoppen op mijn borst, die zich onder mijn huid vormden, zich verder zouden ontwikkelen. Toen ik voor de eerste keer ongesteld werd riep ik geschrokken om de hulp van mijn moeder. Het was het eerste bewuste moment waarbij ik het lichaam waarin ik leefde als niet kloppend heb ervaren.

Op veertienjarige leeftijd werd ik gediagnosticeerd met een eetstoornis en moest ik in therapie. Het gevoel van onveiligheid en de aversie tegen mijn uiterlijk nam toe naarmate ik aankwam in gewicht. Mensen vertelden mij dat ik er beter uitzag en dat echte vrouwen rondingen hebben. Voor mij voelde het niet goed, beter, of mooi. Ik voelde me gevangen en eenzaam.

 Het voelt niet alsof mijn borsten op mijn lichaam horenHet niet willen aankomen werd geassocieerd met het niet volwassen willen worden en geen verantwoordelijkheid willen nemen. Dat werd door sommige therapeuten gedacht en gezegd. Ik accepteerde – zonder rekening te houden met mijn eigen gedachten en gevoelens – die woorden als waarheid.

Ik begreep niet waarom ik na al die jaren zo ongelukkig bleef met mezelf. Toen ik eenentwintig was voelde ik mij hopeloos, suïcidaal en verloren. Ik nam de beslissing om een tussenjaar te nemen van mijn studie. Dat tussenjaar had ik hard nodig, om te erkennen dat je niet kunt ontsnappen aan je eigen gevoelens en gedachten.

Voor langere tijd wilde ik mijn haar knippen, maar ik was bang voor de reacties die ik van mensen zou krijgen en vooral bang om mezelf uit te drukken en te laten zien. Toen ik deze stap toch zette, en mijzelf in de spiegel bekeek, voelde ik me vrij. Ik begon te ervaren dat mijn spiegelbeeld een betere weergave gaf van hoe ik mij van binnen voelde en dat was een bijzonder gevoel.

 Het voelt niet alsof mijn borsten op mijn lichaam horenIk wilde me niet langer alleen voelen in mijn strijd. Ik wilde vertellen hoe ik mij voelde, maar de woorden leken mijn lippen niet te kunnen passeren. Tijdens een therapiesessie liet ik mijn zelfportretten van mijn project aan mijn therapeut zien. ‘Wat wil je met deze foto laten zien?’ vroeg ze. Het was een foto waarop ik mijn borsten met mijn handen bedekte. Mijn therapeut keek me aan op een manier waardoor ik het gevoel kreeg dat het goed zou komen. Ik vocht me door het overheersende gevoel van schaamte heen en sprak de woorden voor de allereerste keer in mijn leven hardop uit. Mijn stem trilde, maar ik was opgelucht dat ik dit eindelijk durfde te delen.

“Ik voel me niet comfortabel bij het hebben van borsten. Het voelt alsof mijn borsten niet op mijn lichaam horen.”

Ik herinner me het moment dat de lente net was aangebroken en ik door de straten van Utrecht liep nog goed. Alle donkere kleding in mijn kledingkast wilde ik inruilen en vervangen voor kleding met meer kleur. Terwijl ik de roze blouse die mijn aandacht trok omhoog hield, in een van mijn favoriete winkels, sprak een verkoper mij aan. ‘Dit is nog steeds voor vrouwen,’ zei ze lachend. Ik voelde me ongemakkelijk in mijn lichaam en wist niet waarop ik mijn blik moest richten. ‘Boven is voor mannen,’ vervolgde ze. Ik keek haar wat onzeker aan en antwoordde voorzichtig: ‘Ik ben een vrouw en ik houd eigenlijk van alle typen kleding.’ Het was aan het begin van mijn transitie.

 Het voelt niet alsof mijn borsten op mijn lichaam horenHet voelde niet juist om het op deze manier onder woorden te brengen, het maakte me op een ongemakkelijke manier zelfbewust van mijn huidige strijd met mijn genderidentiteit, maar ik wist niet hoe ik haar vraag op een andere manier kon beantwoorden. ‘Het spijt me,’ antwoordde ze. Ze keek me onderzoekend aan, alsof ze probeerde uit te vinden wat ik was in plaats van een mens van vlees en bloed.

Ik was me bewust van het feit dat ik nu de persoon was die haar ongemakkelijk liet voelen en beschuldigde mijzelf daarvan. ‘Het is oké. Het maakt niet uit,’ antwoordde ik. En terwijl ik glimlachte, me omdraaide en richting de trap liep, besefte ik dat het me wel wat deed; het deed pijn en maakte me verdrietig. Ik vroeg me af waarom we ons niet mogen kleden op een manier die bij je past zonder direct te worden beoordeeld? Ik wilde weglopen, al rennend de winkel en deze stad verlaten. Ik wilde wegrennen, weg van mijzelf.

Hoe ik over mijzelf ging denken, hoe ik mijzelf zag, was aan het begin van mijn transitie niet typisch mannelijk of vrouwelijk. Ik voelde me niet honderd procent vrouw en ik voelde me ook niet honderd procent man. Al die gevoelens brachten me in verwarring en ik vond het eng om daar eindelijk openlijk over te praten.

 Het voelt niet alsof mijn borsten op mijn lichaam horenOp zaterdag 8 juli 2017 werd ik tweeëntwintig. Ik stond aan het begin van mijn transitie, om de persoon te worden die ik altijd al ben geweest. In mijn dagboek schreef ik de woorden:

‘Het spijt me dat het me zo lang de tijd heeft gekost om je te herkennen. Het spijt me dat ik het lichaam dat ik haatte heb gemarkeerd met littekens, ik heb jou nooit gehaat. Ik beschuldig je niet, omdat je niet wist hoe je jezelf op een passende manier kon uiten. Je hebt gedaan wat je kon en ik heb je eindelijk gevonden.’

In diezelfde maand kreeg ik hulp voor de genderdysforie, bij Stepwork. Mijn behoefte om mijn leven te leven als man verdween niet. Ik verlangde niet langer alleen naar het moment dat ik in de spiegel zou kunnen kijken en geen borsten meer zou zien, geen binder meer zou hoeven dragen; ik begon ook te verlangen naar hormoonbehandeling.

 Het voelt niet alsof mijn borsten op mijn lichaam horenIn december 2017, 9 december om precies te zijn, was de dag waarop ik had gewacht eindelijk aangebroken; het was de dag dat ik kon starten met testosteron. Ik was alleen niet enthousiast. Aan het einde van 2017 voelde ik me zo wanhopig en angstig dat ik het punt bereikte waarop ik alleen nog maar nadacht over het beëindigen van mijn leven. Ik wilde niet dat 2018 zou beginnen, ik wilde gewoon verdwijnen en dat het leven voorbij zijn.

 Het voelt niet alsof mijn borsten op mijn lichaam horenMaar nu, al beheerst de eetstoornis mijn leven nog steeds meer dan ik zou willen, begin ik me stabieler te voelen. In maart kreeg ik de diagnose ASS, in combinatie met ADHD, wat me heeft geholpen om mezelf beter te leren begrijpen. Door middel van coaching leer ik omgaan met prikkelverwerking. Wanneer ik overprikkeld raak, krijg ik last van hevige stemmingswisselingen en irrationele angsten. De gedachten aan zelfmoord zijn verdwenen nu ik steeds meer de persoon zie die ik voel dat ik ben.

Ik voel me hoopvol en dankbaar voor het feit dat ik leef.

Sommige mensen geven mij motivatie zonder daar zelf bewust van te zijn. Onbewust geven ze het vertrouwen aan mij door dat alles op zijn plek zal vallen. Ik zou mensen mee willen geven dat je geduld moet hebben met jezelf en om hulp mag vragen. Je moet het zelf doen, maar dat betekent niet dat je het ook alleen moet doen. Je mag er zijn, met alles wat er is.  

Marvel ~ @Marvelharris