Ik denk er al meer dan een jaar over na om mijn ‘coming out online te delen. Ik durfde het alleen nooit. Totdat ik het boek Confettiregen van Splinter Chabot las. Een vriend had me het boek aanbevolen. Hij dacht dat ik mezelf er wel in zou herkennen. Die herkenning, die vond ik.  Direct in het woord vooraf wist Chabot de kern van mijn worsteling te raken: 

‘Zelfs als iedereen in je omgeving het prima vindt wat je doet of hoe je bent, dat je anders bent, tóch zul je enorm worstelen. Omdat je er niet zelf voor hebt gekozen.’

Het boek neemt je mee in het leven van Wobie, de hoofdpersoon. Het verhaal is opgebouwd uit drie delen: de basisschool, de middelbare school en de universiteit. Tijdens het lezen vond ik veel herkenning in Wobies zoektocht naar wie hij is. Als Wobie zich op een van de scholen bevond, zag ik mezelf weer door de gebouwen van mijn basisschool of middelbare school dwalen. In Wobies tienerjaren ging hij gebukt onder twijfel, zelfhaat en angst voor afwijzing. Gevoelens die ik stuk voor stuk zelf ook heb ondervonden. Tijdens het lezen voelde ik die worsteling van toen weer opkomen.

Chabot weet prachtig te verwoorden hoe moeilijk een ‘coming out’ is. Ook als je opgroeit in een omgeving waarin je familie en vrienden je voorkeuren volledig accepteren. Iets wat ik grotendeels herken. Net als Wobie, was ik de enige die er problemen mee had om op hetzelfde geslacht te vallen. 

Hoofdstuk na hoofdstuk las ik zinnen die ik letterlijk zelf heb gedacht. Hoe verder ik in het verhaal kwam, hoe sterker de drang werd om mijn eigen verhaal openbaar te maken. Het moment in het boek waarin een medestudent zijn verhaal met Wobie deelt, gaf voor mij de doorslag. Een gedachte van Wobie was:

‘Ik luisterde, wilde zijn verhaal horen om te weten dat ik niet de enige was die worstelde; de zoektocht van een ander kan een lantaarn zijn die de jouwe bijlicht.’

Door dit boek durfde ik mijn verhaal te delen

In juli 2018 schreef ik mijn ‘coming out’ verhaal, wat ik met mijn vrienden deelde via Whatsapp. Ik kon de woorden niet hardop uitspreken. Net als Wobie die niet in staat was om hardop te zeggen wie hij is. Hij wilde het ergens wel, maar kreeg de woorden niet over zijn lippen. Hij spreekt het voor het eerst uit als hij op de universiteit zit. Tijdens een feest vertelt hij aan Arthur: 

‘Dat ik het eigenlijk nog niet zeker wist, terwijl ik het ergens toch ook wél zeker wist, maar dat ik het ook nog niet definitief durfde uit te spreken.’

Voor buitenstaanders lijkt het zo simpel. Wat is er nou zo lastig aan? Zeg gewoon dat je gay bent. Het heeft mij echter jaren gekost eerdat ik in staat was hardop te zeggen dat ik op vrouwen val. Daarom deelde ik het in geschreven tekst:

Ik heb het vandaag met mijn psycholoog, die ik een keer per week zie, gehad over mijn geaardheid. Ik vertelde dat ik het zo ontzettend moeilijk vind om erover te praten. Diep van binnen denk ik wel te weten dat ik alleen op vrouwen val, maar ik durf dat bijna niet hardop uit te spreken. Ik heb het aan bijna al mijn vrienden al verteld en iedereen reageert er heel positief op.

Niemand maakt het echt iets uit. Toch vind ik het erg lastig om erover te praten. Ik ben bang dat mensen, en dan met name mijn vriendinnen, gaan denken dat ik ineens op één van hen verliefd word. Ik kan met zekerheid zeggen dat dat niet zal gebeuren. En tóch heb ik de angst dat mensen zich negatieve dingen gaan inbeelden. Ik ben van nature een erg knuffelig persoon. Ik houd er gewoon enorm van om knuffels te geven en te krijgen.

Ik heb echter steeds meer moeite om mijn vriendinnen spontaan een knuffel te geven. Of om ze überhaupt een knuffel te geven. Ik ben bang voor hun reactie. Bang dat ze denken dat ik meer wil dan alleen vriendschap. Naast mijn vrienden weet verder niemand het. Misschien hebben anderen wel een vermoeden, maar ik heb het ze niet zelf verteld. Ik weet dat niemand in mijn omgeving er echt problemen mee zou hebben. Waarom durf ik dan niet ‘uit de kast te komen’

Mijn psycholoog vroeg aan mij wat ik er zelf van vond. Ik zei dat het me niet uitmaakte. Ik val op mensen. Of dat nu een man of vrouw is, dat doet er niet toe. ‘Love is Love!’ Maar ben ik er zelf eigenlijk wel écht oké mee? Toen ik daarover na ging denken kwam ik erachter dat ik er zelf minder oké mee ben dan ik in eerste instantie dacht. Het is geen keuze of je op mannen of op vrouwen valt, maar als ik die keuze wel had gehad? Had ik er dan voor gekozen om op vrouwen te vallen? Ik denk van niet.

Misschien ben ik er zelf juist helemaal niet oké mee dat ik op vrouwen val. Het leven zou zoveel makkelijker zijn als ik op mannen zou vallen. Het zou makkelijker zijn om kinderen te krijgen, makkelijker om iemand te vinden met wie je een relatie aan kan gaan, makkelijker omdat je van tevoren zou weten dat er letterlijk niemand problemen mee zou hebben, makkelijker omdat het ‘normaal’ is en ‘zo hoort’.

Helaas heeft het niet zo mogen zijn en val ik op vrouwen. Tenminste, dat denk ik. Soms denk ik, waarom moet mij dit nu weer overkomen? Waarom voel ik me zo vaak anders dan anderen? 

Ik zei altijd dat ik bang was dat anderen mijn geaardheid niet zouden accepteren, maar misschien ben ik zelf juist degene die het niet accepteert. Ik heb oprecht helemaal niks tegen de LGBTQ+ community. Ik vind het juist erg leuk. Zoals ik al zei ‘Love is Love’, het moet helemaal niet uit hoeven maken op wie iemand valt. Bij anderen is dit mooi om te zien, maar bij mezelf? Bij mezelf vind ik het vooral erg moeilijk en angstaanjagend. Ik ben degene die mezelf moet accepteren, ik en niemand anders.

Iedereen met wie ik dit verhaal deelde reageerde positief. Ze zeiden dat het voor hen helemaal niks uitmaakte. Ik was en ben voor hen nog altijd dezelfde persoon. En niemand vond mijn knuffels vervelend. Toch hielp het me niet direct in de acceptatie van mezelf. Het is iets dat in mij zit. Voor mijn vrienden veranderde er niks. Hun leven ging op dezelfde manier verder. Voor mij, veranderde het alles. 

Chabot komt in zijn boek steeds terug op de zogenoemde ‘onzichtbare wetten’. We leven in een hetero normatieve wereld. Chabot omschrijft dit aan de hand van klei. Elk kind wordt vrij geboren van alle remming die een samenleving je oplegt. Je wereldbeeld is van de zachtste klei die je je maar kunt bedenken. Langzaam wordt deze klei door je omgeving gevormd. Als je opgroeit leer je gaandeweg zowel de geschreven als ongeschreven wetten van de samenleving kennen. Echter, échte vrijheid, totale vrijheid van de omgeving, die is er eigenlijk nooit.

Vervolgens geeft Chabot een welsprekend voorbeeld, de kleuren roze en blauw. Deze twee kleuren geven direct aan dat kindklei nooit vrij blijft van beïnvloeding van buitenaf. Wobie is een jongen. Hij is gek op roze. Ik ben een meisje. Ik kreeg een afkeer tegen roze. Juist omdat het me zo werd opgelegd. Ik riep altijd dat ik nog team blauw, nog team roze was. Ik was team groen! Groen, een lekker neutrale kleur die zowel voor jongens als meisjes kan!

Door dit boek durfde ik mijn verhaal te delen

Als kind leer je dat jongens op meiden en meiden op jongens vallen. Op het moment dat je als kind erachter komt dat het wel eens zou kunnen, dat je op hetzelfde geslacht of op meerdere geslachten denkt te vallen, zorgt dat voor een hoop verwarring. Zo ook voor Wobie en mij. Wobie onderzocht of hij echt op mannen viel, door stiekem op internet afbeeldingen te zoeken van zowel vrouwelijke als mannelijke modellen. Tijdens het kijken naar de mannelijke modellen kwam er een gevoel boven wat hij niet wist te plaatsen. Zijn daaropvolgende gedachten waren: 

‘Dat ik daar zo naar had zitten kijken. Wat betekende dat? Betekende dat dat ik misschien dan toch? Nee. Dat wilde ik niet. IK WIL DIT NIET, schreeuwde ik in gedachten tegen mezelf. Ik wil ZELF kunnen bepalen hoe of wat.’

Ik keek niet naar foto’s van modellen maar naar video’s op YouTube waarin twee vrouwen op elkaar verliefd werden of waren. Ik merkte dat ik het vele malen leuker vond om naar de liefde tussen twee vrouwen dan tussen een man en een vrouw te kijken. Ook ik probeerde deze gevoelens en gedachten te onderdrukken. Ze weg te stoppen. Doen alsof ze er niet waren. Toch voelden zowel Wobie als ik dat we anders waren. We voldoen niet aan de hetero normativiteit. 

‘Maak me normaal. Ik wil niet anders zijn, ik wil niet gedwongen worden anders te zijn.’ ‘Ik voelde me langzaam anders worden, merkte dat ik iemand werd die ik niet wilde zijn. Nee, diep vanbinnen wás ik iemand die ik niet wilde zijn. Omdat het anders was, omdat mensen erover zouden praten, omdat ik in andere landen verboden was.’ ‘En hoe hard, hoe lang, hoe heftig ik het ook bleef ontkennen, ik kon het niet tegenhouden.’ ‘Ik heb hier niet voor gekozen. Ik wil dat alles net zo makkelijk gaat als bij iedereen.’ ‘Ik wilde zó graag af van die twijfels over wie ik was.’

Dit zijn enkele citaten uit het boek. Gedachten van Wobie. Gedachten die ik zelf ook heb gehad en met mij hoogstwaarschijnlijk vele anderen.

Door het lezen van dit boek heb ik uiteindelijk het lef gehad om mijn verhaal te delen. Ik wil aan iedereen die zich anders voelt meegeven dat het echt beter gaat worden. Op dit moment zul je wellicht erg worstelen, maar houd moed. Je schopt tegen iets wat in jezelf zit. Probeer dat deel van jou te accepteren, te omhelzen. 

Door dit boek durfde ik mijn verhaal te delen

 ‘Pas als je jezelf accepteert kun je vooruit.’

Hoe gaat het op dit moment met mij?
Inmiddels is mijn ‘coming out’ bijna twee jaar geleden. Ik kan niet zeggen dat ik er vanaf dat moment beter in slaagde om mezelf te accepteren. Ik probeerde het nog altijd weg te stoppen. Ik wilde er niet over praten. Ik wilde niet anders zijn. Ik wilde absoluut niet dat mensen zomaar aan mij konden zien dat ik op vrouwen val. Ik stemde mijn kleding dan ook altijd af op wat ik zou gaan doen en wie ik zou gaan zien. Dat doe ik nog steeds. 

Die zelfacceptatie kwam pas op het moment dat ik een vriendin kreeg. Vanaf dat moment ging het licht in mij weer branden. De altijd aanwezige grijze wolk in mijn hoofd verdween. Dankzij mijn vriendin maakt het me allemaal niet meer uit. Zij accepteert mij volledig zoals ik ben. Nu weet ik dat het oké is. Ik heb een relatie, met een vrouw. 

Toch zal je mij niet snel hardop horen zeggen dat ik lesbi ben. Ik ben Sanne en ik heb een vriendin.