‘Het komt wel goed, schatje.’ Zo werkt het leven toch? Tijd heelt alle wonden. Dat was waar ik in geloofde. Wat een slechte grap. Op 1 april. Mijn telefoon gaat. Ik relativeer mijn dagelijkse zorgen meestal door de gedachte dat zolang er geen bloed aan de muren zit, het wel meevalt. Er zat die dag geen bloed aan de muren, maar wel in haar hoofd. Hersenbloeding. Ambulance. Ziekenhuis. Zorgen. We zijn bij je. We houden van je. Geef het tijd. Herstel duurt zes maanden. Heb geduld. Het komt niet altijd goed. 

Het besef dat het in het leven niet altijd goed komt was er ineens. Dit is wat het is. Dit is volkomen vreselijk. Er gaat geen week voorbij dat ik niet hardop zeg ‘als mij dit overkomt, gooi me dan uit het raam’. Een scheurtje in haar hersenen, scheurde haar leven in flarden. Ik ben je verloren, terwijl je tegenover me zit. Ergens heel ver weg zie ik je nog. Een bepaalde lach, een grapje. Je oordelen. Je harde humor. Waarom overkomt jou dit? Is het leven zo zinloos dat dit ieders vonnis kan zijn. Het noodlot.

Het komt niet altijd goed | Verstand op nul

Jij bent mijn superlatief. Controledwang 4.0. Het leven liet je los. Ik vind het nauwelijks te verteren dat je nu volledig vastzit. Afhankelijk van alles en iedereen. Misselijkmakend. Er gaat geen dag voorbij dat mijn gedachten niet daar zijn. Daar, …in dat verloren verpleeghuis. De weken in april waren rauwe kunst; een dochter met anorexia die haar moeder voert. Ziek of zoet? Ik kon er met mijn gevoel niet bij, dus mijn verstand draaide overuren. Laat het los. Laat het alsjeblieft even stil zijn. Verstand op nul.

Babysteps

Vanaf 1 april rijd ik twee weken lang iedere dag op en neer naar het Zwolse ziekenhuis. Herstel kost tijd. Babysteps. Hunter zet meer stapjes dan mijn moeder ooit nog zal zetten. Iets wat ik dan nog niet weet. Ik houd goede hoop. Hoop op morgen. “Wie het eerst loopt: Jij of Hunter” zeg ik enthousiast. Ik zet Hunter zittend op bed en laat zien dat ook hij nog niet rechtop kan blijven zitten. Geen rompbalans. Niets om je voor te schamen. Gewoon iets om te oefenen. Martine Bijl kon het toch ook? Dan kan mijn pittige, koppige moeder het ook heus wel.

Ergens dichtbij ons. We zoeken ons suf. Mailen erop los. Waar is er plek? Waar zijn de reviews goed genoeg? Exact 24 minuten rijden. Vanaf hem. Vanaf mij. Doorn is the place to be. De tweede keer van je leven in een ambulance. Alle hoop op de revalidatie. Herstel. De weg naar waar je vandaan kwam. Onafhankelijk. Op de fiets, in de auto. Wil je rechts, dan ga je rechts. Volop in controle. Ik geef je hoop. Herinner je aan het feit dat niet je doorzettingsvermogen, maar je geduld de komende tijd jouw grootste uitdaging zal zijn. Geef het tijd. Accepteer. Laat los. Het komt wel goed.

Schuldig

Iedere dag. Om de dag. Drie keer per week. Twee keer per week. Wat is goed genoeg, vaak genoeg? Ieder moment van de dag voel ik me schuldig. Schuldig om het feit dat jij daar zit. Zonder iemand. Zonder liefde. Zonder zelf iets te kunnen. Hoe durf ik in mijn leven nog ooit ergens over te klagen. Iedere dag niet nuttig besteed, voelt schaamtevol. Ik had ook naar jou kunnen gaan. Ik had ervoor kunnen zorgen dat jouw dag nét iets positiever was. Egoïst.

Het komt niet altijd goed | Verstand op nul

Onbegrijpelijk

Hét familiegesprek. Als dat is wat je het nog kunt noemen. Mijn broer en ik zijn volledig verantwoordelijk. Was er nog maar een vader of een nieuwe partner in het spel. Het had een verlichting geweest om de zorg wat meer te kunnen delen. Het voelt alsof ik luister naar een politiek debat. Wat je ook zegt of vraagt, je krijgt geen duidelijk antwoord. Vertel ons verdorie of het beter wordt, of het goedkomt! Vertel waarom het gaat zoals het nu gaat. Het antwoord raakt verloren in de woorden van de vrouwelijke arts met Twents accent. Loze woorden. Ik knik vriendelijk, maar zou haar het liefst het raam uitgooien.

Vierentwintig minuten rijden. Met tegenzin wandel ik het verouderde zorgcomplex binnen. Ik voel me schuldig om het feit dat ik er geen zin in heb. In het restaurant staan voor mij inmiddels bekende vrijwillige krachten. We groeten elkaar vriendelijk, alsof we al jaren buren zijn. De lift laat even op zich wachten. Als ik een paar minuten later de gang van de eerste etage in wandel vliegt een vleug van gaarkeuken en narigheid mijn neusgaten in. Mijn hersenen reageren automatisch met de gedachte dat ik er bijna ben. Onbegrijpelijk. Waarom? Ik kan gewoonweg niet verklaren waarom haar verhaal op deze manier moet eindigen…