Links af, rechts af, pad uitlopen, voorbij afdeling stomazorg en dialyse, verstopt in het hoekje. Daar moet ik zijn. Afdeling psychiatrie zegt het bord. “Is de depressiegroep niks voor jou?” vraagt ze. Tegenover me zit mijn psychiater. Een vrouw van ergens in de 60, gehuld in een vrolijke bloemetjesjurk. Op haar computerscherm zie ik groot mijn identiteitsbewijs staan. Een mugshot van 8 jaar geleden, wat alleen al voldoende aanleiding zou kunnen geven om je in een depressie te laten belanden. 

De kamer waarin we tegenover elkaar zitten is afgezwakt, ietwat ongezellig. Heel even vraag ik me af of ik nou een afspraak heb met de huisarts of de psychiater. Een bureau met daarop een computer en een doosje tissues, aan weerszijden een stoel, een weegschaal en een behandeltafel met daarop zo’n witte laag papier. Niet bepaald een lekkere hangsofa zoals je die wel eens in films ziet.

Desalniettemin is de vrouw die tegenover me zit gelukkig minder ongezellig. Ze komt over als een warme persoonlijkheid met veel ervaring en rust. Ze straalt een bepaalde kalmte uit wat maakt dat ik me enigszins op mijn gemak voel in deze situatie. Een situatie waarvan ik niet had gehoopt hem weer tegen te komen. Een kamer met tissues. Die dingen maken het dat je al bijna moet huilen als je ze ziet staan. We bespreken het verleden, het heden en belanden bij het punt hoe verder.

depressiegroep

De depressiegroep dus. In mijn hoofd zie ik een kamer vol met depressievelingen zwijgend tegenover elkaar zitten. “En uhm, wat houdt dat dan precies in?” Het idee om in groepstherapie te gaan spreekt me namelijk niet direct aan. Überhaupt het woordje therapie geeft me het gevoel weer jaren terug de tijd in te gaan. Terug bij af. Ik wil graag weer vrolijker worden, zin hebben in het leven, maar nooit meer wil ik zoals vroeger een wandelend psychiatrisch patiënt zijn. In de ban van therapie. Hospitaliseren. Hoe je het ook wilt noemen. Het voelt alsof ik hier maar wat ronddwaal tussen alle mensen. Gevoel van afstand. Er niet bijpassen en een bepaald gebrek aan connectie. Het aangaan van therapie zou dat misschien beter kunnen maken, maar mijn angst is dat therapie het juist alleen maar versterkt.

De depressiegroep is een groep van maximaal 9 mensen die samen 10 weken lang 1x per week samenkomen en onder begeleiding van een psycholoog aan de slag gaan. Het doel van de depressiegroep is niet om ieders verleden om te spitten en op te graven, maar enkel om inzicht te krijgen in hetgeen dat maakt dat je vastloopt, passief wordt en blijft hangen in vicieuze cirkel. Dit wordt gedaan met behulp van een zogenoemd G-schema, wat staat voor: Gebeurtenis -> Gedachte -> Gevoel -> Gedrag -> Gevolg. In deze specifieke volgorde. Door hier inzicht in te krijgen, kan je gaan werken aan jezelf.

Schema’s en opdrachten, nog zo iets waar ik niet echt warm voor loop. Daarbij weet ik prima wat ik denk, voel, wel en niet moet doen. Dacht ik. Ik voel me naar en depressief, maar wat houdt dat dan eigenlijk in? Naar en depressief zijn namelijk beiden geen gevoelens. Voel ik me boos, bedroefd, angstig? Gevoel en emotie, wat is eigenlijk het verschil? Ik heb genoeg therapie gehad om het te moeten kunnen onderbouwen, maar ik heb op dit moment eigenlijk helemaal geen idee. We roepen allemaal al snel dat we ons niet lekker of depri voelen, maar gaan eigenlijk voorbij aan het gevoel dat juist maakt dat we ons zo voelen. Zo ook ik. Ik weet prima dat ik slecht in mijn vel zit, maar omschrijven kan ik het niet.

depressiegroep

Ik ben om, ik ga wel naar die groep met depressievelingen om ervan uit te gaan dat het toch niet zal werken… (niet helpende gedachten, ook een onderwerp in de depressiegroep). Woensdagochtend 10 uur. Het is zover. De depressiegroep gaat van start. Ik voel me vreselijk nerveus en opgewonden tegelijk. Hoe zullen de mensen zijn en wat staat me te wachten. Terwijl ik de kamer binnenloop zie ik dat ongeveer iedereen er al is. Alsof je een verjaardag binnenwandelt en alle ogen zich tot jou richten. “Uhh, hoi?!” We zijn met zijn zessen. Ik dacht dat er negen mensen zouden komen, maar met een depressiegroep kan je natuurlijk ook niet anders verwachten dan dat er een aantal zijn die zelfs te depressief zijn om te komen. Als we maar geen suf voorstelrondje hoeven te doen denk ik nog bij mezelf, terwijl ik de psycholoog al hoor beginnen met de zin: “Ik stel voor dat iedereen zich even kort voorstelt zonder diep in te gaan op wat je problemen zijn. Wie wil er beginnen?” Nou, dat lijkt me fantastisch….

Een aantal weken verder was ik al aardig (tegen alle verachting in) gewend geraakt aan de groep. Twee mannen en vier vrouwen met verschillende achtergronden, maar veelal dezelfde valkuilen en niet helpende gedachten. Sommigen te ver heen om nog maar iets van een sociale activiteit te ondernemen, anderen dagelijks met zichzelf in gevecht om hun vrolijke masker en baan te behouden, maar allen met één doel. Weer grip krijgen en die cirkel doorbreken. Elke week namen we samen het G-schema door met herkenbare gebeurtenissen en gedachten en bespraken we onze ‘huiswerkopdrachten’. Een wekelijks terugkerende opdracht was het bijhouden van positieve gebeurtenissen. Een lijst waarop je 3x per dag bijhoudt wat er goed ging die dag. Een beetje suf en kinderachtig klonk het in mijn oren.

Daar zat ik weer in bed met mijn lijstje. Diep denkend over de afgelopen uren van de dag. Wat was er positief? Ik had gewerkt, met Sjors en Scarlet gewandeld, gegeten, had wat in het huis gedaan of waren nog even bij iemand langsgegaan. Tja, dat waren allemaal alledaagse dingen. Dingen die mensen behoren te doen. Dingen die zoveel mensen dagelijks zonder moeite doen. Ik heb de wereld niet gered, hét medicijn tegen kanker niet uitgevonden,  had niet het beste idee van Nederland en voelde me ook nog eens somber. Wat was er dan in vredesnaam positief?

depressiegroep

Het idee van het lijstje is, zoals je misschien al verwacht, het opschrijven van de kleine dingetjes die wel goed gaan. Om te beseffen dat het wandelen met de hond of wel naar je werk gaan terwijl je je somber voelt, best positief is. Ook al is het iets alledaags en doen miljoenen andere mensen het ook, voor iemand met een depressie kan het al een hele stap zijn om enkel 5 minuten de deur uit te gaan. Hoe suf en kinderachtig ik de opdracht vond, ik had er behoorlijk wat moeite mee. Ik ging al snel op zoek naar grote dingen, zoals het maken van het dak van de schuur, niet een rondje hardlopen, maar 5 km hardlopen. Daar moest ik namelijk moeite voor doen en mezelf toe zetten. Kleinere dingetjes voelden niet als positief, maar als alledaags. Iets om aan te werken dus.

Nu inmiddels ruim 10 weken verder, mis ik de woensdaggroep stiekem zelfs een beetje. Het voelde prettig om herkenning te vinden bij anderen en er soort van actief mee bezig te zijn. Ik kan niet zeggen dat ik me stukken vrolijker en levenslustiger voel, maar de depressiegroep heeft me een goed zetje gegeven om bewuster stil te staan bij bepaalde gedachten en gevoelens. Wel was de hele groep het erover eens dat 10 weken toch wat aan de korte kant is, gezien merendeel pas bij week 5 een beetje los komt in de groep. Of het echt meer effect heeft om de depressiegroep langer te volgen weet ik daarentegen niet.

Ik merk zelf dat het niet zozeer de activatie is die ik nodig heb, waar in de depressiegroep ook veel aan wordt gewerkt, maar het ombuigen van de negatieve gedachten. Het herkennen en het veranderen daarvan. Om hieraan te werken start ik in september met, hoera, een nieuwe groep! Een cognitieve gedragstherapie groep. Ik ben benieuwd. Als ik me maar niet weer opnieuw hoef voor te stellen…….