Ik heb een haat liefde verhouding met eten. Herken je dat? Soms zou ik de hele dag door willen eten. Dan denk ik dat eten al mijn nare gevoelens oplost. Dat doet het ook wel. Tijdelijk. Naderhand haat ik mezelf én het eten. Hongeren. Eetbuien. Compenseren. Aankomen. Afvallen. Calorieën. Toen ik dertien was en mijn klasgenoten het hadden over een dieet, was ik blij daar niets mee te maken te hebben. Mijn lichaam was altijd een lat geweest. De dunste van de klas. Wat een heerlijkheid dat ik, los van al mijn zorgen die ik wél had, me geen zorgen hoefde te maken over het eten van koekjes.

Sloom at ik als kind. Tot de laatste rijstkorrel. ‘Boefies’ noemde mijn moeder ze. Ik moest mijn bord leegeten. De presentator van het acht uur journaal heeft mij regelmatig vergezeld tijdens een etentje. Zo gauw ik mijn laatste hap op had, vroeg ik echter al om chocoladekoekjes. Ik had geen moeite met eten, enkel een voorkeur voor bepaalde producten. Liefst at ik de hele dag door boterhammen met chocolade hagelslag. Brood. Warm eten was niet echt aan mij besteed. Op de spaghetti van mijn moeder na. Dan mocht de tweede portie binnen no time doorkomen.

Mijn haat liefde verhouding met eten

Haat liefde verhouding met eten

Eten maakt me blij. Tijdelijk. Kon ik maar zorgeloos genieten van eten. Heerlijk is het om naar video’s te kijken waarin mensen ongegeneerd eten. Hoe heerlijk zou het zijn om onbeperkt te kunnen eten zonder gevolgen?! Iemand die anorexia heeft of heeft gehad, houdt toch helemaal niet van eten? Oh my… wat een misvatting. Misschien houd ik wel meer van eten dan gemiddeld. Dat wat je jezelf ontzegt, wil je extra lief.

Ik kan vandaag de dag nog steeds dromen van het perfecte sushi restaurant… al drie jaar lang mijmer ik naar het moment dat ik daar met Joyce geniet van de dikste, vetste en lekkerste Sushi. Sushi, zonder dagen vooraf of naderhand te moeten compenseren. Kauwgom stilt mijn verlangen, totdat de smaakt wegsmelt. Het is net als nieuwe ervaringen. Zo gauw het nieuwe er af is, moet je weer op zoek naar iets beters. Dat sushi restaurant hebben we de afgelopen drie jaar al niet meer betreed. Ik zou willen dat ik een nieuwe datum kon prikken, maar ik kan het niet.

Ik heb je lief en haat je. Hoewel ik slechts eens per half jaar ontdek hoe mij figuur er werkelijk uitziet, lukt het me niet om mijn honger te vervullen. Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wat houd ik achter de hand?  Letterlijk en figuurlijk. Zie mij voor vol aan, zonder te vol te zijn. Dat lijkt in mijn hoofd niet samen te gaan. Ik wil graag die volwassen vrouw zijn. Die vrouw die serieus genomen wordt. Die zichzelf serieus neemt. Magere kwark. Net niet. Dat is wie ik ben. Nét niet. Het had zo leuk, lekker en fijn kunnen zijn… maar je koos voor de magere variant. Hier geniet ik niet van.

Magere kwark

Het ingewikkelde is dat die volle kwark me slechts tijdelijk vervult. Kort erop volgt het schuldgevoel. De sloomheid. De ongecontroleerde luiaard. Minkukel. Een slappe hap die de boel laat hangen. Tientallen gedachtes vliegen door mijn hoofd. Ze geven me onrust en ze veroordelen. Eten geeft rust, maar nu even niet. Wat nu dan? Wat kan me nu helpen om de onrust te bestrijden. Alsof ik nooit geleerd heb om met negatieve gevoelens om te gaan. Uitzitten, zeg ik tegen mijzelf. Ik wéét het allemaal prima. Het van je af schrijven. Iemand contacten…  Slapen.

…om de volgende ochtend weer wakker te worden en te verlangen naar mijn ontbijt. Zo’n fijn momentje. Laat het maar zo lang mogelijk duren. Met zo min mogelijk onrust. Op de bank. RTL Nieuws aan. Hond op het kussen. Baby rustig spelend. Drie keer per dag mag ik. Liefst meer dan ik verlang, liefst minder dan ik nodig heb. Naar alle kanten ben ik uitgeschoten. Hoog en laag. Niet met elkaar te vergelijken. Allemaal even misselijkmakend.

“Iene miene mutte
Tien pond grutten
Tien pond kaas
Iene miene mutte is de baas.”

Niet kunnen stoppen met eten. Als een heroïne verslaafde de hele dag door verlangen naar je volgende shot. Niemand in de buurt? Gaan met die banaan, crackers met hagelslag, 2literbak ijs en plakkerige hotelcake. Als ik het maar kon eten. Zelfs bevroren boterhammen; kom maar door. Enkel slaap stilde mijn honger. De waardeloze gevoelens. Dikzak. Honger naar vervulling van mijn hart. Je kunt geen appels met peren vergelijken. Je kunt geen hart vullen met eten. Dat is hele andere koek.

Niet kunnen stoppen met hongeren. Vernietiging. Morgen eet ik weer normaal. Hoe vaak ik dat wel niet gezegd heb. Hoe vaak ik wel niet oprecht gedacht heb, dat morgen het begin van de verandering was. Wie hield ik voor de gek? Lange tijd in ieder geval mijn omgeving, maar ook mijzelf. Ik was er tweehonderd procent van overtuigd dat morgen de eerste dag van de rest van mijn eetstoornisvrije leven zou zijn. Toen ik begin 2019 zag dat ik dit al sinds eind 2017 zei, schrok ik. Time flies when you’re having fun ..an eating disorder. Zonde van de tijd.

Hoe moet ik mij geborgen weten?
Voor wie ik lief heb wil ik heten
~ Neeltje Maria Min

Hoe los je iets op wat niet terug te draaien valt? Gevoelens van minderwaardigheid. Verlangen naar moederlijke geborgenheid. Voeding voor de geest. Minderwaardigheid vermindert door de prestatie van het hongeren. Geborgenheid door in frituur gebakken donuts. Zand erover met poedersuiker. Tijdelijk, het is allemaal tijdelijk. Na verloop van tijd ontstaat de haat. Haat richting jezelf. Haat richting het eten. Niet goed genoeg. Onvoldoende. Ik honger me dood in een berg vol brood.

Controleren. Te hanteren. Het staat niet gelijk aan leven. Leven is loslaten. Dat is wat ik niet kan. Ik heb veel voeding verstouwd de afgelopen jaren. Hersenwerk verzet. Het rommelt in mijn hart. Tijd voor het dessert. Ik wil de haat verbergen en de liefde borgen. Zonder overvloed, met volle mond vooruit. Geborgen genieten. Zonder honger. Voldoende, …zonder vol te zijn. Zijn zonder zelfkritiek.