Ze liep naar het altaar, met een wild boeket in haar handen en ik huilde. Een overvloed aan gevoelens verliet mijn ogen. Ik huilde niet omdat ik haar of hem zo mooi vond, al was dat zeker zo, ik huilde om de onbevangenheid, de onschuld en de liefde. Ik huilde om het blinde vertrouwen en de grootse dromen voor de toekomst die ik in hun ogen zag. Het had iets kinderlijks. Zoals een meisje van 5 jaar oud die door een veld vol wilde bloemen rent en nog niet weet wat ze van de wereld kan verwachten. Zij wisten dat wel en toch sprongen ze als kinderen door dat bloemenveld om elkaar vervolgens in de armen te sluiten. 

Nooit meer zal ik zo onbevangen zijn als een kind. De wereld stond aan mijn voeten en ieder mens was goed en interessant. Ik wist nog niets van de wereld, van wat mij kon overkomen en wie me kon kwetsen. Ik vertrouwde Jan en alleman, tot de man met het snoepje. De man met het snoepje staat symbool voor de kennismaking met de echte wereld. Ik leerde van mijn moeder dat het echt niet prima was om met iedereen die mij een snoepje aanbood mee naar huis te gaan. Ik ontdekte dat de wereld die niet enkel opgebouwd was uit zoet en goed, maar gemaakt is van goed en kwaad.

L(i)ef hebben: nooit meer onbevangen als kind

Ik vind het bewonderenswaardig om te zien hoe sommige van mijn vriendinnen en kennissen kunnen leven met hun armen open, zelfs nadat ze gekwetst zijn. Ik begrijp dat hier een lange weg van pijn, vechten en verdriet aan vooraf is gegaan, maar toch kan ik me dat op dit moment van mijn leven nauwelijks voorstellen. Ik kan me niet voorstellen dat ik met een volkomen open en onbevangen blik de wereld in kan kijken. Dat ik mensen durf te vertrouwen zonder enige achterdocht. Míjn armen houd ik niet open, maar heb ik over elkaar heen, ze houden iets vast wat niet vast te houden is. Lucht. Het is alsof ik mijn adem inhoud zodat ik de lucht even kan controleren. Tegelijkertijd weet dat ik enkel kan leven door te blijven ademhalen.

Ik klamp mijzelf vast aan een teug adem die ik hoe dan ook ooit weer uit mijn lichaam zal moeten bevrijden, loslaten. Ik kan tot het uiterste gaan om die adem onder controle te krijgen. Zo ver dat het voor alles en iedereen verstikkend is. Hierdoor verlies ik niet alleen mijzelf, maar ook de mensen om mij heen. Ik weet dat het leven niet te controleren is en zo ook de mensen om mij heen niet. Doorademen en loslaten is mijn grootste uitdaging en winst. Juist door los te laten zal ik weer meer met die open blik de wereld in kunnen kijken, wat er ook gebeurt.

Lief hebben is lef hebben. Er is kracht, kwetsbaarheid en doorzettingsvermogen voor nodig. Ik stond jarenlang niet open voor de liefde, simpelweg omdat ik mijzelf niet lief had. Ik vond mezelf vrij weinig waard en dacht dat ik te raar en lelijk was om lief te kunnen hebben. Ik wist niet wie ik was en wat ik wilde en kon niet praten over mijn gevoelens. Een potentiële liefhebber had me in die tijd ook nooit lief kunnen hebben, want hij of zij kon door mijn façade helemaal niet zien wie ik was. Dat zag ik zelf niet eens.

L(i)ef hebben: nooit meer onbevangen als kind

In mijn hoofd is er een constant gevecht tussen vertrouwen en wantrouwen. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, maar toch neem ik bewust en onbewust mee wat ik heb meegemaakt. De wereld voelt zoveel fijner met een blik van vertrouwen. De mensen zijn leuker en liever en de toekomst voelt positiever. Wantrouwen maakt angstig en negatief. Het zorgt voor een perpetuum mobile van stress in mijn lichaam en een dwangmatige drang tot waakzaamheid. Voor me, naast me, achter me, kan van alles gebeuren als ik niet goed oplet. In een wereld van wantrouwen zijn de mensen immers slecht en denken alleen aan zichzelf. Goede mensen die af en toe iets slechts doen bestaan niet.

Vertrouwen in mijn omgeving heeft tegelijkertijd heel erg te maken met vertrouwen in mijzelf. Ik leer steeds meer op mijzelf te vertrouwen, wat me een gevoel van kracht geeft en hoop voor de toekomst. Wat er ook gebeurt, ik kom er wel. Zolang ik maar blijf ademhalen. Ik kan steeds vaker dat glas Roosvicee met de zin “Het komt wel goed, schatje” naar mijzelf toeschuiven. Tegelijk met het vergroten van dat vertrouwen in mijzelf, hoop ik dat vertrouwen in de wereld om mij heen uit te breiden. Lief hebben is lef hebben en leven is lef hebben. Liefde laat me leven.

Kus, Scarlet ♥