Enigszins verward ben ik, wanneer ik haar begin mei ontmoet. In januari ontstond er tussen mij en een jonge vrouw een affaire. Een affaire, want zij was al getrouwd met een man. Blijkbaar ongelukkig, want na een ontmoeting met mij, die onschuldig begon, trok ze steeds meer naar me toe. Ze werd verliefd op me, maar wilde nog niet bij haar echtgenoot weg. Ze had een kindje en was gehecht aan de veiligheid die ze had opgebouwd. Na een tijdje tegenstribbelen omdat het tegen al mijn principes in ging, viel ik toch ook voor haar.

Echt verliefd was ik niet, al veinsde ik dat wel. Mijn hart was gereserveerd voor iemand anders, iemand die mij een half jaar eerder na een mooie relatie niet meer wilde. De nieuwsgierigheid en het gevoel dat ik echt iets voor haar betekende, won. We vrijden in het gras, spraken stiekem af na mijn theaterlessen en hadden stiekeme conversaties via chats die haar man niet zou kunnen ontdekken. Het voelde verkeerd, maar stoppen lukte niet. Tot mei.

Elke maand is er een bijeenkomst voor jonge lgbt’s in mijn woonplaats. Ik ben te laat, maar besluit toch te gaan. Ik haast me naar binnen en zie dat er nog een plekje is naast een vrouw. Ik kijk haar aan om met mijn ogen toestemming te vragen of ik daar mag zitten en weet het: dit wordt iets tussen ons. Wat dit “iets” precies is, ben ik nog niet over uit, maar er is wat tussen ons. Intussen appte ik met mijn verovering, enigszins geïrriteerd, omdat ze overbezorgd over me is, en ik gewend ben om voor mezelf te zorgen. De vrouw naast me merkt het op, waarop ik besluit om mijn telefoon op te bergen. De rest van de bijeenkomst lachen we, en vullen we elkaar aan alsof we elkaar al jaren kennen.

We besluiten ’s avonds met nog een paar anderen om nog even de stad in te gaan, om te dansen. En dansen doen we. En praten. Heel veel praten. Niet over school, werk, hobby’s, maar over wie we echt zijn. Normaal ben ik niet zo praterig over mezelf, en mijn verleden. Mijn verleden schrikt de meeste mensen nogal af, maar het voelde goed. Ik voelde dat het kon bij haar. Zonder de blikken die ik zo gewend ben, zonder oordeel, en vooral zonder ongevraagde adviezen waar ik geen bal aan heb.

gawyIk merk haar ring op, wat mijn nieuwsgierigheid wekt. Via een omweg vraag ik ernaar, waarop ze antwoordt: “Nou, dan zal ik maar eens een bom op tafel gooien, ik ben weduwe”. Waarop ik, nuchter als ik ben, antwoord: “Nou, dan zal ik ook maar een bom op tafel gooien, ik heb een affaire met een getrouwde vrouw”. Bam. Op haar bom had ze nog nooit zo’n nuchtere reactie gehad, en ik had op mijn bom nog nooit zo’n oordeelloze reactie gehad. Voor beiden was dit een verkwikkende reactie, voor beide nog meer reden om naar elkaar toe te trekken.

Aan elke avond komt een eind, zo ook aan deze. Afscheid nemen viel zwaar, ondanks dat het onze eerste ontmoeting was. Ik gaf haar mijn telefoonnummer en zei dat ik hoopte dat we elkaar nog eens zouden zien. Een ietwat onhandige knuffel volgde, en we gingen beiden op huis aan. De volgende dag begonnen we te appen. Uren achter elkaar. Over alles. Over het leven, over dood, over verdriet en relaties. We waren niet te stoppen. Nog nooit had ik in zo’n korte tijd, zo’n verbintenis gevoeld. Nog nooit voelde ik me zo begrepen en nog nooit had ik zo’n drang om met iemand te praten als met haar. Ze stuurde me liedjes die haar aan mij deed denken, mooie plaatjes met betekenisvolle teksten en ze gaf me mijn nieuwe naam: Pandora.

Ik vertelde mijn minnares over de vrouw die ik ontmoet had, en raakte niet over haar uitgepraat. Bij de vraag of ik iets voor haar voelde, antwoordde ik standvastig “nee”. Ik geloofde ook daadwerkelijk dat dat niet het geval was, maar dat ik gewoon iemand had gevonden met wie ik op de zelfde golflengte zat.

Na een tijdje vroeg ze of ik op haar verjaardag wilde komen, die over een paar dagen zou zijn. Ik was er een beetje beduusd van, maar antwoordde toch met een “ja”. Toen deze avond was aangebroken, en ik naar haar huis vertrok zag ik dat het huis leeg was, terwijl ik dacht dat het huis vol zou zitten met vrienden. Toen ik vroeg waar de rest was, zei ze dat ik de enige was. Ze wilde haar verjaardag niet vieren. Het was de eerste verjaardag zonder haar vrouw en dat deed zeer. Het enige wat ze wilde was verstoppertje spelen in haar eigen huis, telefoon uit en hopen dat de dag gauw voorbij zou zijn. En toch was ik er. Mocht ik er zijn.

Net als de andere keren dat we elkaar spraken, hielden we nu ook niet meer op. Ik voelde me direct thuis in haar huis, en haar katten, die haar vrouw ook misten, waren gelijk mijn vriendjes. Het was een ongedwongen avond, maar nog steeds waren we beide niet uit op meer. We spraken vaker af. Zij kookte heerlijke maaltijden voor ons, die ze in bakjes voor in de vriezer deed. Dit zodat zij weer goed zou eten en mij kon helpen met eten, omdat ik vaak niet genoeg geld had voor een goede maaltijd.

En toen was daar het terras op een mooie dag in mei. We dronken een biertje en ze vroeg me een imitatie te doen van mijn kat. Mijn kat is nogal affectief ingesteld, waardoor er een soort krioelende katimitatie ontstond die dicht bij haar kwam. Sinds het verlies van haar vrouw had ze elk lichamelijk contact met een andere persoon gemeden, en opeens kwam ik zo dichtbij. Ik besloot mijn imitatie met een kus op haar mond. Per ongeluk. Ik wist oprecht niet waar het vandaan kwam, en maakte er gauw een grapje van, maar de sfeer veranderde direct. Het hek was van de dam.

vriendinnenToen we weer afscheid namen gaven we elkaar een knuffel. De eerste knuffel die ik haar gaf was vrij klunzig. Dit mede vanwege haar moeite met affectie na het overlijden van haar vrouw. Ditmaal was de knuffel intens, warm, vol gevoel en wilden we beiden dat het nooit meer zou stoppen. Na deze knuffel konden we er niet meer omheen. Ik kon niet anders dan de affaire met mijn minnares beëindigen en verdergaan met haar. Met haar die van alles in mij losmaakte. Zij die dankzij mij weer verlangde naar affectie. De vrouw met wie lachen en huilen in een zin kon plaatsvinden. De eerstvolgende keer dat ik haar zag kuste ze me. De kus die onze liefde bezegelde. De kus die ervoor heeft gezorgd dat ik niet meer zonder haar wil.

Het duurde een tijd voordat ze mensen in haar omgeving durfde te vertellen over onze relatie, bang voor reacties als “is het niet te snel voor een nieuwe relatie?”. Inmiddels weet bijna iedereen het, en zijn de reacties goed.  Alleen haar schoonfamilie weet het nog niet. Dat ligt nog behoorlijk gevoelig, maar ook dat zal waarschijnlijk niet lang meer duren. Dat ik nu een relatie heb met een weduwe, is lang niet altijd makkelijk. Er is –naast mij- nog iemand van wie ze vreselijk houdt, maar dat is goed. Haar vrouw is een onderdeel van onze relatie en dat zit niet in de weg. Daarnaast speelt natuurlijk de rouw een grote rol. Maar ook daarmee komen we samen een heel eind. Samen zijn we sterk en onze liefde overwint!

gawy


Zou jij ook een gastblog voor ikVrouwvanJou willen schrijven? Dit mag gaan over alles rondom lesbisch zijn. Denk bijvoorbeeld aan jouw coming out, jouw geloof of kinderwens. Mail ons gerust even op ikvrouwvanjou@gmail.com